Nieuws

Drone neemt vlucht

AMSTERDAM Niemand kijkt meer op van onbemande vliegtuigen die met een raket vijandelijke doelen vernietigen. En dat binnenlandse demonstraties vanuit de lucht worden gemonitord, is ook geen verrassing meer. Maar er hangen nieuwe drone-primeurs in de lucht, zoals vliegende brandweerspuiten en onbemande luchttaxi’s.

De politie is goed vertegenwoordigd op de driedaagse ’Amsterdam Drone Week’ in het RAI-complex. Dronespecialist Frans Govers van het hoofdstedelijke korps meldt dat al in 2018 werd besloten met drones te gaan werken, maar dat de coronaperiode pas écht een omslag in het denken veroorzaakte. „Er waren natuurlijk nogal wat schermutselingen in de stad, waarbij toezicht vanuit de lucht prima werkte. We besloten dat verder uit te bouwen, bijvoorbeeld rond de ArenA bij risicowedstrijden.”

Daar is volgens Govers niks engs of geheimzinnigs aan: „Een drone is amper anders als een camera op een hoge paal. Onze onbemande vliegtuigjes blijven ook altijd in het zicht, op maximum 120 meter hoogte en nooit verder weg dan 500 meter. Niemand hoeft bang te zijn ongezien te worden gevolgd, hier geen Chinese toestanden met gezichtsherkenning.” Inmiddels zijn er binnen de politie opleidingen tot dronepiloot, die volgens Govers vooral populair zijn bij de jongere agenten. Zij verdwijnen niet van straat, maar krijgen het besturen van vliegtuigjes als neventaak.

Terwijl in Amsterdam tot nu toe is gewerkt met kleinere drones die in het zicht blijven van de vanuit een politiebusje werkende piloot, loopt op het voormalige Vliegveld Twenthe een proef van politie Oost-Nederland met een groter toestel. Dit wordt aangestuurd vanuit de meldkamer in Apeldoorn. Inmiddels is een klein jaar geoefend met het in beeld brengen van gesimuleerde ongevallen en vermissingen, maar binnenkort worden ook echte ’grondtroepen’ ondersteund. „Aan de hand van de live luchtbeelden kunnen collega’s op straat worden aangestuurd. Ook helpen de beelden bij afwegingen over hoeveel politie, ambulancepersoneel en brandweer ter plekke nodig is”, zo blikt projectleider Remco Aagtjes vooruit.

Als het aan professor Abeye Mersha ligt, kan de brandweer in de nabije toekomst vaker in de kazerne blijven door de blusdrone die hij met studenten en onderzoekers op de Saxion Universiteit in Enschede heeft ontworpen. De vliegende spuitgast kan dichtbij het vuur komen en daar met één ferme stoot tien liter water uitbraken. Dat lijkt weinig om een fikse brand te doven, maar Mersha komt met onweerlegbare logica: „Elke brand begint klein.” Om vuurhaarden te ontdekken kunnen weer ’surveillancedrones’ rondvliegen, zo redeneert de hooggeleerde.

Drukte

Al met al dreigt het een drukte als op de A4 te worden in het luchtruim, zo zag ook de EU aankomen toen ze twee jaar geleden een dronewet afkondigde. Sindsdien is voor het aansturen van elk toestel boven de 250 gram een vliegbewijs nodig is. Een gat in de markt, zo voorzag oud-politieman Roel van de Wal, tegenwoordig ceo van de Drone Flight Company, zeg maar een rijschool voor dronepiloten. Na cursussen zijn in ons land al 53.000 vliegbewijzen afgegeven. „Aan bijvoorbeeld fotografen, landmeetkundigen, beveiligers, medewerkers van omgevingsdiensten en waterschappen”, aldus Van de Wal.

Volgend jaar moeten tijdens de Olympische Zomerspelen in Frankrijk taxidrones gaan vliegen. En de Japanse regeringsvertegenwoordigers Atsuru Yichi en Massoto Mori kondigen in de RAI aan dat tijdens de World Expo in 2025 onbemande ’luchtbussen’ vliegen tussen steden als Osaka en Kobe. Yichi is goudeerlijk als hem wordt gevraagd of hij er zelf ook in gaat zitten: „In elk geval niet als eerste.”

Bron: Telegraaf, 22 maart 2023

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *